De wijnbouw in Duitsland is, ondanks de noordelijke ligging van het land naar grootte de vierde van de wijnproducerende landen in Europa. Zowel in kwantiteit als kwaliteit heeft dit land een gedegen wijneconomie. Van de jaarproductie wordt gemiddeld 20% geëxporteerd.

Duitsland kent 13 kwaliteitswijnbouwgebieden. Op twee na in het voormalige Oost-Duitsland, zijn deze gesitueerd in het zuidwesten en westen. Zes ervan liggen in de deelstaat Rheinland-Pfalz. Naast de kwaliteitswijnbouwgebieden zijn er nog wijngaarden verspreid over andere delen van het land. Onder andere in het noorden van het land worden tafel- en landwijnen geproduceerd.

Duitse wijnbouwers proberen een harmonie te vinden tussen zuur en zoet in hun wijnen. Door de tamelijk noordelijke ligging, rijpen de druiven traag en wordt er dikwijls laat geoogst.
De wijngaarden bevinden zich in het zuidelijk deel van het land, vaak aangelegd op steile berghellingen langs de rivieren. In de Moezelstreek soms met een hellingsgraad van 70°.

Duitse Wijnsoorten en -smaken

  • Rotwein: Rode wijn uit blauwe wijndruiven. De gekneusde druiven vergisten samen met schillen, pitten en steeltjes tot het eindproduct.
  • Rotling: Wordt uit witte en blauwe druiven gemaakt. Beide kleuren druiven vergisten ook hier samen, net als de rode wijn, tot het eindproduct. Wordt daarom lichter van kleur.
  • Schillerwein: Is een roséwijn van witte en blauwe druiven. Het wordt ongeveer net zo gemaakt als Rotling. Echter de vaste bestanddelen worden binnen 24 uur van de most gescheiden.
  • Weissherbst: Roséwijn van blauwe druiven. Omdat de schillen van de blauwe druiven maar kort met de most in aanraking zijn geweest, wordt er maar weinig kleurstof aan de toekomstige wijn afgeven.
  • Weißwein: Witte wijn van blauwe maar meestal van witte druiven. Alleen het sap van de druiven vergist tot wijn.
  • Federweißer: Dit is vers geperst druivensap dat begint te gisten. Het gaat hier dus om prille most. Vaak tijdens het oogstseizoen door plukkers gedronken.
  • Sekt en Sekt bA: Mousserende wijn volgens de transvasiermethode of méthode traditionnelle.
  • Perlwein: witte of rode parelende(mousserende) wijn. Gemaakt volgens de Méthode Charmat.
  • Schaumwein: volgens de méthode gazéifiée. Stille wijn waar koolzuur aan toegevoegd is.

De tijd dat er voornamelijk zoete wijnen uit Duitsland kwamen is verleden tijd. In 2008 is 36% zoet, 23% halfdroog en 41% droge wijn.
Een Spätlese of Auslese bijvoorbeeld kan wel degelijk een droge wijn opleveren. Al is het Oechsle gehalte hoog -dus veel suiker in de druif- maar nagenoeg alle suiker is vergist, dan is er een droge wijn met hoger alcoholgehalte verkregen. Hoe droog of zoet een wijn is, is in het laboratorium en bij wet vastgelegd.